Zomervakantie met een geweldige rondreis door Zuid-Europa.
|
Na enkele zomervakanties in Scandinavië te hebben doorgebracht staat voor de vakantie van dit jaar weer een
idee op de planning. Het leek me leuk om eens naar Barcelona te gaan, omdat ik daar nog nooit ben geweest.
Daarnaast wilde ik de nieuwe onderdelen op mijn Abarth Grande Punto (ander onderstel, nieuwe schijfremmen en
remblokken) eens goed uitproberen. Dat betekent dus de bergen in! Nu liggen de Pyreneëen dichtbij Barcelona,
dus dat is een ideale combinatie. Omdat ik nog verder rond wilde trekken heb ik een route via Zuid-Frankrijk,
Toscane, Umbrië en de Alpen samengesteld. Al met al wordt dat een rondrit door o.a. Frankrijk, Andorra, Spanje,
Italië, Oostenrijk en Zwitserland. Het idee voor Frankrijk en Italië is om diverse plaatsen te bezoeken, zowel
plekjes waar ik vroeger al eens ben geweest als nieuwe plekken. Voor vertrek heb ik op drie locaties een
appartementje geboekt: één volle week in Zuid-Frankrijk, enkele dagen nabij Florence en enkele dagen aan het
Lago Trasimeno). Stuk voor stuk zijn ze een ideale uitvalsbasis voor dagtochtjes. De andere overnachtingen
heb ik niet geboekt. Elke avond zocht ik een hotelletje om de nacht door te brengen. Dat ging meestal vrij
goed. Hieronder kun je mijn belevenissen en ervaringen lezen en de bijbehorende foto's in de fotoalbums
bekijken Veel kijk- en leesplezier!
|
Vanochtend rond 7 uur opgestaan. Na het douchen en een ontbijt de laatste spullen in de auto gepakt. Om 8:10
uur vertrokken. Karen zwaaide me uit. De reis verliep voorspoedig. Onderweg was het bewolkt met af en toe wat
regen (soms zelfs een hoosbui). Temperatuur lag overwegend rond 15 graden, soms 10, de andere keer bijna 20.
Om 10:35 uur reed ik de grens met België al over. Vervolgens was ik binnen twee uur al in Frankrijk (12:15
uur). Daar een stukje over de Péage gereden. Daarna binnendoor gereden naar Bourges. Op zoek naar een
eetgelegenheid viel niet mee, dus maar een McDonalds opgezocht. Daarna naar een kamer gevonden in het B&B
Hotels. Prima voor elkaar en niet al te duur. Onderweg kreeg ik wat last van m’n linkeroor (beetje verstopt),
hopelijk lost het vanzelf op. Door het drukverschil dat ik niet kon wegslikken ook hoofdpijn gekregen, dus
lekker op tijd naar bed (22:00).
|

|
Om iets voor 9:00 vertrokken uit Bourges. Lekker geslapen en gedoucht. Besloten om toch even een dokter op te
zoeken om m’n verstopte oor op te lossen. Na een paar adresjes waar volgens de TomTom een dokter zou zijn maar
die in het echt in geen velden of wegen te vinden was. Toen maar de bordjes van het Hospital gevolgd. Via de
algemene balie doorverwezen naar de Eerste Hulp. Probleem was echter dat praktisch iedereen zeer gebrekkig of
geen Engels sprak! Nu kon ik het in het Frans nog redelijk uitleggen, maar al met al hielp dat niet veel.
Doorverwezen naar van tientallen kastjes naar evenzoveel muren. Na veel gedoe en lang wachten kwam ik
eindelijk bij een dokter die wel wat tijd had en me enigszins begreep. De oren bekeken, maar aan het
uitspuiten met water wou hij niet aan. Dus ik kreeg uiteindelijk een terugkomverzoek en een recept voor
medicijnen (o.a. oordruppels) om de verstopping op te laten lossen. Voor het terugkomverzoek maar vriendelijk
bedankt. Vanavond zou ik immers al vlakbij Spanje zitten. Maar inmiddels was ik al zo’n 3 uur verder en nog
vrij weinig opgeschoten, dus veel hoop om nog ver de Pyreneeën in te komen had ik niet meer. Dus zo snel
mogelijk naar de Pharmacy gegaan om daar die medicijnen op te halen. Vervolgens snel weg. Eerst een stuk
snelweg naar Limoges, om vanuit daar via de mooiere N-wegen verder te rijden naar Perigueux. Daar even
boodschappen gedaan en getankt. Via Agen (daar een pizza gegeten met wat cola) naar Tarbes. Omdat het al
met al toch nog redelijk opschoot ben ik doorgereden naar Lourdes. Daar een hotel opgezocht, waar ik bij
binnenkomst nog net de laatste minuten van de wedstrijd NL-D kon zien. Kansloos. De oordruppels maar even
geprobeerd en het lijkt te helpen. Rond middernacht slapen, omdat ik niet vroeg in Lourdes was aangekomen.
|
Na het standaard ochtendritueel vertrokken naar het centrum van Lourdes. De auto geparkeerd en via het centrum
met al die souvenirwinkeltjes (beeldjes, jerrycans, kaarsen, etc.) en de waterkraantjes naar de kerk gelopen
waar destijds de Mariaverschijning heeft plaatsgevonden. Van buiten best een mooie kerk. Er was op dat moment
buiten een soort mis gaande. Heel veel (invalide) mensen in van die rolstoelen/karretjes. Iets verder langs de
rivier stonden nog steeds de stalen huisjes waar je kaarsen in allerlei vormen en maten kunt laten branden.
Zo’n bedevaartsoord blijft erg toeristisch! Vervolgens terug naar de auto en op naar de Col du Tourmalet
(D918, 2115m). Via prachtige haarspeldbochten naar boven toe. Daar de auto geparkeerd en de bergschoenen
aangetrokken. Vervolgens naar de top geklommen waar ik vele jaren geleden ook al eens met m’n vader en zusje
naar boven ben geklommen. Alles kwam me best bekend voor, al ben ik toch een stukje verkeerd gelopen. Dat
kwam misschien omdat op sommige stukken van het pad nog een flink pak sneeuw lag. Eenmaal boven had je een
fenomenaal uitzicht op de omgeving. In de verte kon je de Pic du Midi de Bigorre (2877m). Vervolgens naar
beneden gelopen en op naar de volgende bergpas: Col d’Aspin. Ook een mooie berg, maar toch duidelijk een stuk
lager (1489m). De Col de Peyresourde (1569m) is ook een mooie col. Daarna naderde de grens met Spanje met de
Col du Portillon (1293m). Daarna in Spanje over de Port de la Bonaigua (C28, 2072m) en Port de Cantó (1725m)
gereden (N260). Vervolgens naderde ik Andorra, waar je erg goedkoop kunt tanken. Verder is er één drukke
lange weg met daarlangs veel betonnen gebouwen. Bij het uitrijden van Andorra aan de oostzijde kun je over
de mooie Port d’Envalira / Pas de la Case (2408m). In Frankrijk nog de Col de Puymorens (1920m) meegepakt,
om vervolgens Spanje weer in te duiken. Hier heb ik een afslag genomen om de Collada de Toses (N152) te
rijden (1800m). Deze laatste weg heeft erg veel mooie bochten. Omdat het al tegen de avond liep en het geen
doorgaande weg is. Het was erg rustig en je kon de bochten perfect rijden. Alle cols natuurlijk in de
sportstand gereden. Wat is een Abarth dan een fijne auto met fantastische remmen (erg constant prestatieniveau,
dus laat en hard remmen was met warme remmen keer op keer geen enkel probleem) Langs de weg regelmatig gele
struiken gezien waar een enorme stank vanaf komt. Iemand enig idee wat dat is? Via Ripoli en Vic naar Montmeló
nabij Granollers gereden. Daar een hotel gevonden dat pal achter het F1-circuit ligt. Ik had uitzicht op de
hoofdtribune van het circuit. In het hotel een pizza gegeten (niet al te best). Inmiddels al ruim 2000 km
gereden. Morgen een dagje Barcelona! http://goo.gl/maps/sPL2 °C.
|

|
Vandaag redelijk op tijd bij het hotel vertrokken, zodat ik mooi op tijd in Barcelona zou zijn. Bij het hotel
alvast drinken in kleine flesjes gedaan en broodjes klaargemaakt. Onderweg richting Barcelona moet je nog
een keer tol betalen. In de stad over de gigadrukke Avinguda Diagonal, waar je met met drie dik je weg moet
proberen te vinden. Op de kruising met de Passeig de Gràcia een grote parkeergarage ingedoken (een piepkleine
parkeergarage eerder was geen succes). Hier een riante plek voor mezelf opgeëist. Wel duur, maar mag voor een
keertje: €27,70 van 9:42 tot 19:18 uur. Eerst naar de Sagrada Familia gelopen (was al zo’n 1,5 km). Wat een
bizar bouwwerk, ontwerpen door Gaudi! Direct een ticket gekocht en in de rij aangesloten om naar binnen te
gaan. Tocket voor de basiliek+ toren kostte €13+3. Het ticket voor de toren bleek een ticket te zijn voor de
toren aan de geboortefaçade. In de kerk rustig rondgekeken. Lijkt wel een stenen bos waar je in rondloopt.
Een unieke combinatie van natuur (planten/dieren), licht en wiskundige vormen. Bijzondere pilaren waarvan de
doorsnede steeds verandert. Aparte beelden, torens, versieringen en beeltenissen (geboorte en lijdensverhaal).
De kerk kenmerkt zich door verschillende stijlen, de extreem drukke geboortefaçade met allerlei bijzondere
details en daarnaast de stilistische lijdensfaçade aan de westkant. Op het eerste gezicht lijkt het een
complete chaos, maar als je je er beter in verdiept kom je erachter dat over elk detail goed is nagedacht.
Waanzinnig! Met de lift de toren in, vanwaar je een mooi uitzicht hebt over Barcelona. Veel flatgebouwen en
het typische vierkante stratenpatroon (à la Amerika). Via een smalle trap daal je vervolgens weer af. Door de
gaten in de toren heb je steeds weer een ander leuk uitzicht. Ook apart is dat ze nog gewoon aan het bouwen
zijn aan de kerk, dus terwijl je in de kerk orgelmuziek hoort, tegelijkertijd hoor je de bouwers boren,
beitelen en zagen. In de catacomben van de kerk is erg veel te zien en lezen over de geschiedenis en andere
achtergronden van de kerk. O.a. over de wiskundige vormen, de unieke bouwmethode. Inmiddels liep het al tegen
de middag, dus tijd om lekker even een paar broodjes/crackers in een rustig parkje op te eten. Het weer was
geweldig vandaag, volop zon, een beetje wind en heerlijk warm met 25+ graden! De zonnebrand was wel een must.
Vervolgens terug naar de kruising gelopen waar ik de auto in de parkeergarage had staan, om vervolgens
zuidwaarts te gaan richting het oude centrum van Barcelona (de Sagrada Familia ligt eigenlijk ver buiten het
centrum). Daarbij liep ik langs het gebouw La Pedrera, ook ontworpen door Gaudi. Nou, dat was direct wel
duidelijk als je erlangs loopt. Een gebouw met vreemde vormen en bizar vormgegeven smeedijzeren balkons. De
schoorstenen op het dak lijken wel hoofden. Vanaf de kruising was het circa 2 km lopen naar de Catedral de
Barcelona. Ben niet in de kerk geweest omdat je daar ook weer voor moest betalen. Wel lekker even in de zon
gezeten. Via de wijk Barri Gòthic, de winkelstraat La Rambla met veel straatverkopers/kraampjes naar Monumento
a Colón gelopen (een naald ter nagedachtenis aan ontdekkingsreiziger Columbus). Al met al weer zo’n 1,5 km
(inmiddels dus al zo’n 7 km gelopen). Vanaf hier was het maar een klein eindje naar een jachthaven, Rambla
del Mar en Port Vell (oude haven). Vanaf de gezellige pier heb ik lekker even wat gegeten, uitgerust en van
de omgeving genoten. Zo gaat daar een kabelbaan langs (naar de berg Montjuich) en heb je uitzicht op het WTC
en prachtige boten. Via een ander rustig parkje ben ik weer noordwaarts gegaan richting het mooie Parc de la
Ciutadella (2 km). Onderweg bij een buurtsuper even wat drinken gekocht (goedkoop), aangezien ik zelf het
meeste al op had. Vervolgens door het park gelopen en genoten van de oase van rust rondom de vijver (zo kan
het dus ook in het overwegend drukke Barcelona), waar mensen roeibootjes kunnen huren om daar op de vijver
rond te roeien. Leuk gezicht. In het park vind je onder andere de Cascada, een schitterende fontein/waterval.
Aan de westzijde van het park ben ik nog even langs de Arco de Triunfo, een rode bakstenen triomfboog gelopen,
om vervolgens weer via de wijk La Ribera en Barri Gòthic naar de Catedral de Barcelona te gaan (2,5 km). Al
met al zo’n 13 km gelopen. Vandaag een paar lekkere ijsjes gegeten en veel gedronken. Inmiddels was het al
bijna 19 uur, dus terug naar de auto gelopen (2 km, totaal 15 km). Besloten om maar weer terug te gaan naar
hetzelfde hotel. Dat beviel goed en de locatie was snel teruggevonden. Ondanks het drukke verkeer was ik toch
redelijk snel weer bij het hotel in Montmeló. Daar nog kunnen regelen dat deze nacht nog iets goedkoper werd.
Alle beetje schelen. ’s Avonds nog even op internet om snel even wat mail te checken en op Facebook te kijken.
Buiten nog even bij het F1-circuit gekeken, maar weinig te zien en alles was hermetisch afgesloten. Een lange
dag, maar wel een hele gave dag!
|

|
Vanochtend vanuit Montmeló vertrokken richting hut huisje dat ik in Frankrijk heb besproken. Eerst ben ik naar
de kustweg N11 (Costa Brava) gereden. Hier heb je een mooi uitzicht over de Middellandse Zee. Via Arenys de
Mar, Pineda de Mar en Malgrat de Mar kwam ik aan in Lloret de Mar. Hier even getankt en even over de boulevard
gereden. In het kader van nu we er toch zijn. Het vooroordeel over deze badplaats is helemaal juist: erg veel
hotels, appartementen, discotheken en winkeltjes voor diverse fastfood. De badplaats was nu nog hoofdzakelijk
ingenomen door veel te bruine en dikke ouderen. Vanuit Lloret zo snel mogelijk naar de Autopista (E15/A7,
tol). Via Girona naar de Franse grens. Via de A9 langs Perpignan, Narbonne, Béziers de A75 noordwaarts
genomen. Voor Millau de afslag genomen om de oude weg door Millau te nemen. Hier heb je een mooie afdaling met
een paar uitzichtpunten waar je Millau mooi in het diepe dal kunt zien liggen. Natuurlijk heb je vanaf hier
ook een mooi uitzicht op het fantastische Viaduc de Millau. In Millau even getankt en boodschappen gedaan.
Vervolgens gekozen om de route door de Gorges du Tarn (D907) te rijden. Een fantastische weg met veel bochten
en schitterende uitzichten op de rotsformaties. De rivier de Tarn bevindt zich ver beneden in de diepe kloof.
Het water heeft in miljoenen jaren deze geulen uitgesleten in de kalkstenen plateaus. Af en toe wat kanoërs
op het kleine waterstroompje. Het was rustig op de weg dus kon ik lekker doorrijden. Af en toe even stoppen
om wat foto’s te maken. Via Ispagnac, de N106 de D998 kwam ik in de buurt van Genolhac uit. Vandaar was het
nog maar kort tot het park met huisjes even ten noorden van Villefort. De hele dag ongeveer 20 graden, soms
bijna 30. Veel zon, af en toe wolken en redelijk wat wind. Even na 19u op de camping aangekomen. Bleek de
receptie al dicht te zitten. Alleen in het hoofdseizoen zijn ze tot 19u open, maar nu waren ze al rond 17u
gesloten. Maar er hing een envelop aan de deur geplakt met daarin de sleutel en benodigde informatie. De boel
uit de auto gepakt en naar het huisje gebracht. Een erg geschikt huisje. Erg nieuw en mooi ruim. Ramen van de
auto gewassen, want die waren na zo’n 2500 km toch aardig smerig geworden (stof). ’s Avonds warme chocolademelk
gedronken. Later op de avond cola met stokbrood en brie. Lekker Frans en doet natuurlijk denken aan de vroegere
campingavonturen. De boekjes van Spanje en de Pyreneeën opgeruimd en de nieuwe boekjes van de Cevennen,
Ardeche, Languedoc erbij gepakt. Na de afgelopen drukke dagen is het morgen tijd voor een rustdag.
|

|
Vandaag dus een relaxte rustdag. Lang uitslapen, heerlijk douchen en lekker ontbijten. Even de Kampioen gelezen
en in reisgidsen en kaarten ideeën opdoen voor de komende dagen. Ook lekker veel in de zon gezeten met een koel
drankje erbij. Nu ook eindelijk voor het eerst deze vakantie m’n eigen eten klaargemaakt. Direct lekker
barbecueën met de elektrische grill. Ging goed met de merguez saucijzen, maar wel een heel gedoe om dat ding
weer schoon te krijgen. Daarnaast gebakken aardappeltjes met appelmoes, worstjes, cola en groentesoep gegeten.
Een flinke maaltijd en het smaakte uitstekend! ’s Middags ook even ingecheckt bij de receptie, want vanochtend
was ik te laat. In de avond een beetje tv gekeken en brie met stokbrood gegeten. Het was al snel te koud om
buiten te zitten, want de zon was al rond een uur of 20 achter de bergen verdwenen. Op en rond het
terras/balkon lopen best veel hagedisjes. En zo snel! Vandaag veel zon, een temperatuur tegen de 30 graden
denk ik. Beetje wind.
|

|
Voor vandaag staat er een tocht door de omgeving op het programma. Eerst via de D906 naar het piepkleine dorpje
La Garde-Guérin gereden. Dit oude vestingstadje bevat een ruïne met mooie toren, een kerkje en een paar huizen.
Vanaf de toren heb je een supermooi uitzicht op de omgeving. Om boven te komen in de toren moet je best lenig
zijn, want op een plek moet je verticaal naar boven klimmen, waarbij je je voeten in gaten in de muur moet
steken. Vervolgens via de D901 ten zuiden van Villefort richting Les Vans. Via een erg smalle binnendoorweg
naar de D104/D111, richting Vallon Pont d’Arc. Daar de D290 genomen door de Gorges de l’Ardèche. Wederom een
mooie weg (inmiddels wel veel NL’ers hier) met schitterende uitzichten. Eerst de Pont d’Arc bekeken. Volgens
mij had ik die nog nooit eerder in het echt gezien. De hele gorges (kloof in het kalksteenplateau) zijn erg
indrukwekkend met al die uitgesleten rotsformaties. In de diepte een smal riviertje (Ardèche) waar je af en
toe wat kanoërs en kajakkers bezig ziet. Daarna via de N86 doorgereden naar Remoulins om daar de Pont du Gard
te bekijken. Echter bleek toen ik naderbij kwam dat je maar liefst 18 euro per auto (t/m 5 personen) moet
betalen om daar te parkeren en voor toegang tot de verschillende toeristische rompslomp rondom die prachtige
brug. Daar had ik geen zin in. Voor 1 persoon complete afzetterij om een brug te bekijken die ik al vaak heb
gezien. Voor 5 personen is die 18 euro nog een keer te doen. Ergens de auto parkeren en erheen lopen was
eigenlijk geen optie, of je moet een paar kilometer gaan lopen. Echt alles is compleet afgesloten en
geblokkeerd met paaltjes. Belachelijk! Daarom maar verder zuidwaarts gereden naar Beaucaire/Tarascon,
vervolgens door naar Arles. In Arles een parkeerplekje opgezocht en daar het amfitheater Théâtre Antique en
de arena Les Arènes bekeken. Een kaartje gekocht om de arena van binnen te bekijken. Indrukwekkend hoor! Wel
flink gerestaureerd. Schepijsje hier was een drama, smaakte nergens naar. Vervolgens naar de Camarque gereden,
maar dat viel tegen. Heel veel hoge begroeiing van riet, slechte wegen en inmiddels was het hier zwaarbewolkt.
Weinig te zien dus, maar op de valreep op twee plekken in de verte nog wel een paar flamingo’s gezien. Op de
terugweg in Beaucaire nog even boodschappen gedaan en getankt. Bij de supermarkt in Alès nog even ijsjes en
toetjes gehaald (dan duurde het niet zo lang totdat ik die in de vriezer/koelkast kan leggen). Lekker! Al met
al ruim 400 km gereden vandaag. Ook vandaag weer mooi weer gehad. Warm, continu rond 30 graden. ’s Ochtends
en ’s avonds al 20 graden. Rond 21u pas terug in het huisje, dus niet meer wat gegeten. Direct maar even een
warme chocolademelk genomen, met daarna cola, chips en stokbrood met brie. Genieten.
|

|
Vanaf het park ben ik eerst naar het plaatsje La Grand-Combe gereden, om van daaruit via smalle weggetjes over
de Col de la Baraque (D32) en de Col d’Uglas (D160) naar St. Jean du Gard te rijden. Smalle weggetjes met mooie
uitzichten, maar helaas was het flink bewolkt. In St. Jean du Gard een retourtje gekocht voor de stoomtrein
naar Anduze. Omdat ik nog zo’n drie kwartier op de trein moest wachten heb ik in het stadje maar even een
ijsje gekocht. Lichte regen. Om 14:00 uur vertrok de trein naar Anduze. Een leuk ritje, ook al ben ik inmiddels
al een keer of 3 met dit treintje heen en weer geweest, dus een leuke jeugdherinnering. Op de heenweg zat ik
in de laatste wagon, zodat je een mooi uitzicht had op de spoorlijn achter ons. In Anduze verwisselde de
locomotief van positie en dus zat ik op de terugweg de hele tijd pal achter de locomotief. Hier wel een beetje
smerig van geworden door het water en roet dat de stoomtrein uitstoot. Onderweg mooie uitzichten, over mooie
bruggen, door diverse tunnels en langs pittoreske spoorwachterhuisjes en stationnetjes. Eenmaal terug in
St. Jean du Gard ben ik over de D907 in westelijke richting gereden, om vervolgens vanuit l’Estréchure de
D152 te nemen. Via de D20 kom je bij de Col de l’Asclier, ook een leuke jeugdherinnering. Deze weggetjes zijn
ook erg smal, met hier en daar uitwijkplaatsen. Via de snelste manier weer terug naar m’n huisje. Per dag
kom je hier meer NL’ers tegen. Vooral oudere stellen en gezinnen met erg jonge kinderen. ’s Avonds nasi
klaargemaakt met worstjes op de bbq. Daarnaast nog champignonsoep een Magnum en een chocoladetoetje na.
Heerlijk. Later die avond weer aan de stokbrood met brie.
|

|
Na een ontbijtje in de auto gestapt en via de D998 naar Florac gereden. Van daaruit de D16 genomen
bergopwaarts, waarbij je bovenop de Causse Méjean komt. Dit is een hoogvlakte van kalksteen. Het ziet er zacht
glooiend uit. Water dat bovenop deze hoogvlakte valt infiltreert in het kalksteen en komt ergens elders in de
gorges of in een grot uit. De grotten zijn oorspronkelijk ook ontstaan door dit water, wat miljoenen jaren
geleden grote holtes in de hoogvlakte maakte. Vervolgens zuidwaarts via de D63, alwaar ik bij de grot Aven
Armand aankwam. Ik was wat aan de late kant, er was net een groep bezoekers naar beneden. Snel even een lange
broek aangetrokken en een jack opgehaald, toen met het treintje/kabelbaan (alleen) mee naar beneden. Je komt
dan in een grote zaal met gigantisch veel stalagmieten en stalactieten. De grot is evenals vele andere
toevallig ontdekt. Deze is ontdekt door speleoloog Armand. Hij vond het gat en gooide er een steen in, die pas
na een tijdje met veel lawaai de bodem raakte. Dit gaf aan dat dit een diepe en grote grot zou zijn. Via de
opening zijn ze destijds naar binnen gegaan, met gevaar voor eigen leven. De aven zelf kun je vanuit de grot
redelijk goed zien. Weet niet of het direct of indirect daglicht is dat via de aven naar binnen valt. Weer
buiten kun het gat wel zien, afgedekt met een rooster en omringd door een hoog hek. Dit om te voorkomen dat
dieren of andere dingen in de grot vallen. Daarna (D986 en D39) heb ik een bezoekje gebracht aan de Grotte de
Dargilan, welke bekend staat om de verschillende (natuurlijke) kleuren van het kalksteen. Door de verschillende
samenstellingen van de grond ontstaan door chemische processen de verschillende kleuren afzettingen. De grot
bestaat uit diverse zalen. Via trappen loop je heel ver (circa 1 km) de grot in. De grot zelf is nog ruim 1 km
langer. Al met al kom je ook op ruim 100 meter diepte, al met al een aardig klim dus. De versteende waterval
is gigantisch groot, enorm indrukwekkend en bestaat uit verschillende kleuren. Sommige stukken stalagmiet
lijkt nagenoeg op chocolade-ijs. Grappig! Op het eind nog een schitterende kolom/zuil (combinatie van
stalagmiet en stalactiet). Ze doen hier ook nog wat proefjes met het verstenen van objecten, waaronder een
bloemvaas met bloemen. Ze bestuderen hoe snel het versteningsproces verloopt. Buiten bij de grot heb je een
fenomenaal uitzicht op de Gorges de la Jonte (D996), een prachtige brede kloof tussen twee kalkstenen
hoogvlaktes. Via de Corniche des Cévennes ben ik teruggereden naar Alès. Een mooie route met diverse
colletjes. Heel mooie weidse uitzichten, maar weinig mogelijkheden om te stoppen en foto’s te maken. Helaas
ook geen tijd meer voor de Mont Aigoual of andere wegen in de Cevennen. Bij terugkomst in het huisje stond
er makkelijk eten op het menu: nasi met een hamburger, kippensoep en een chocoladetoetje. ’s Avonds lekker
chips en vanillecola.
|

|
Vandaag zou weer een lekker rustdagje worden. Eerst heerlijk uitslapen. Rond de middag wat kleren wassen van
de eerste week. Even later betrok de lucht en begon het te regenen. Ook een beetje onweer. Toen dat buitje
voorbij was ben ik even weggeweest naar Château de Castanet, gelegen aan het stuwmeer even ten noordwesten
van het dorpje Villefort. De rest van de middag heb ik lekker in de zon gezeten voor m’n huisje. Een lekker
ijsje gegeten. Aan het eind van de middag weer gekookt, ditmaal macaroni, hamburger, groentesoep en een
toetje. ’s Avonds een beetje tv gekeken, wat lezen, chips, cola en Napolitain cakeje.
|

|
Ook vandaag weer een rustdag. Heerlijk genieten van de vakantie. Lekker in de zon zitten. Eigenlijk iets te
lang, want m’n voeten begonnen al iets pijn (rood en zeer) te doen. Voorzichtig dus. Gebakken aardappeltjes
met twee beefburgers klaargemaakt. Daarbij champignonsoep en een toetje. ’s Avonds de ruiten van de auto even
gewassen en de auto grotendeels ingepakt voor de trip van morgen. Huisje alvast schoongemaakt. Mooi nieuw
huisje, maar was niet echt smerig geworden. M’n ouders waren vandaag voor de 2e keer op de Noordkaap, een
heel eind weg dus. Overdag beetje lezen, niksen en een ijsje eten. Warme chocolademelk en Bastogne en
Napolitain koekjes.
|
Gisteren dus het meeste al opgeruimd, dus vandaag kon ik mooi op tijd uit Villefort vertrekken. Via Nîmes,
Aix-en-Provence naar Saint Tropez gereden. Eigenlijk direct weer vertrokken, want was niet echt wat en had
niet zo heel veel zin om een dure parkeerplaats op te zoeken om het stadje verder te ontdekken. Via de mooie
kustweg (D559) naar Fréjus. Via Cannes naar Nice. Erg druk onderweg (volgens mij Fréjus). Door naar Monaco
om daar even rond te kijken. Daar ook even een pizza gegeten. Smaakte goed. Dure parkeergarage, waar voor
miljoenen aan auto’s stonden. Even door de haven gelopen en genoten van de bijzondere sfeer hier. Nog een
kijkje genomen in het kleine kerkje in Saint Devote, waar ook Prins Albert en Charlene tijdens hun bruiloft
naar binnen gingen. Onderweg al rondgekeken naar hotels, maar in de wat goedkopere klasse was er weinig te
vinden. Na het eten langs een paar hotels geweest, maar alles was ‘complet’. Met behulp van de TomTom nog
een paar hotels opgezocht in de nabije omgeving (Nice, Monaco, Menton), maar geen succes. Alles zat vol! Ook
nog een paar hotels gebeld, maar de goedkoopste zat tegen de 200 euro aan. Dikke doei. Vervolgens maar een
eindje de bergen in gereden om daar een onbekend en wat afgelegen hotel op te zoeken. Daar zou het toch
moeten lukken? Maar ook daar waren ze inmiddels bekend met het feit dat het dit weekend volle bak was. Ze
hadden ook al andere gasten doorverwezen naar andere hotels. Hele aardige en behulpzame mensen in Sospel die
zelfs nog een paar hotels in nabijgelegen dorpjes belden, maar ook daar zonder succes. Potverdikkie. Onderweg
op deze bergpas al een met bosschage afgeschermde parkeerplaats langs de weg gezien, dus daar naartoe gereden
om dan toch de nacht maar in de auto door te brengen. Inmiddels was het al half 2 ’s nachts geweest. Al zo’n
4 uur aan het zoeken. Drama. De stoel maar platgegooid. Kon gelukkig nog aardig goed liggen, maar een lange
nacht zou het niet worden.
|

|
Aardig geslapen in de auto, maar rond 6:30 toch alweer wakker. Beetje een zere nek, maar verder ging het
prima. Even wat opgefrist en wat gegeten en gedronken. Daarna maar vertrokken, want had weinig zin om nog
langer in die houding in de auto te liggen. Toen ik na een tijdje weer slaperig begon te worden direct maar
even een tankstation met parkeerterrein opgezocht. Hier even de auto aan de kant gezet en een uiltje geknapt.
Samen met wat eten en drinken hielp dat best goed. Onderweg bij Brugnato nog even getankt langs de Autostrada
en vervolgens doorgereden naar Pisa. Vanwege de korte nacht en weinig verkeer op de snelweg kwam ik al rond
kwart over 11 aan in Pisa. Hier een parkeerplaats (goedkoop) opgezocht en naar de beroemde scheve toren en de
omliggende gebouwen gelopen. Na een rondje over het terrein en een kijkje in de dom heb ik een kaartje gekocht
dat toegang verschaft tot de begraafplaats Camposanto met diverse indrukwekkende fresco’s, havenkettingen en
graven (heerlijk rustig met mooie binnentuin en doorkijkjes) en de doopkapel Battistero met een mooie rondgang
bovenin het gebouw en een bijzondere preekstoel. Een van de mensen daar liet horen wat een enorm goede
akoestiek het gebouw heeft (heel heldere echo’s). De toren was me met €15 toch te duur, en daarbij zou ik dan
nog een paar uur (!) moeten wachten voordat er een vrij tijdslot was. Bekijk het maar. Daarom maar een
lekker schepijsje gehaald. Rond 13 uur terug naar de auto en vertrokken naar Lucca. Dit is een erg mooi oud
vestingstadje met een gigantische vestingwal met veel kerken en torens. Centraal in het plaatsje is een mooi
plein gelegen, wat veel weg heeft van een amfitheater, niet voor niets Piazza del Anfiteatro genoemd. Bovenop
de toren van de Case dei Guinigi geklommen. Bovenop deze toren staan een paar bomen, maar niet onbelangrijk,
je hebt een weergaloos uitzicht over de stad. Na een lekker ijsje weer terug naar de auto om verder te rijden
naar mijn eerste appartementje in Donnini, onder de rook van Florence. Vanwege de tijd maar via de Autostrada
gereden. Een zogenaamde agriturismo, een leuk huisje met een aantal kamers. Eenvoudig, maar goed. En
natuurlijk een fantastisch uitzicht op de Toscaanse heuvels. Gebakken aardappeltjes, weer lekkere Merguez
worstjes (al is bakken in een pannetje niet zo handig), met appelmoes en kippensoep. ’s Avonds een beetje
lezen over Florence (waar ik morgen naartoe ga), tv kijken en wat chips eten. Van de receptie van Villa
Pitiana nog wat boekjes en een lijst met treintijden ontvangen. Handig! Behulpzame mensen en ze gaven aan
dat ik daar gratis gebruik van internet kon maken.
|

|
Vanochtend mezelf klaargemaakt voor een dagje Florence. Eten en drinken, zonnebrand, camera en een reisgids
ingepakt. Eerst vanuit Donnini naar San Ellero gereden om hier bij het station een paar kaartjes te kopen naar
Firenze SMN (2x €3,-). Niet veel later kwam de trein er om 10:15 uur al aan. Een relaxte rit naar Florence,
aankomst om 10:52 uur. Eerst naar de Duomo gelopen. Daar even binnen gekeken, maar dat viel eerlijk gezegd
wat tegen. Opvallend is de 24-uurs klok. Niet echt bijzonder, alleen schilderingen in de koepel zijn erg
indrukwekkend. Na een rondje om de kerk aangesloten in de rij voor toegang tot de koepel (€8). Even wachten,
maar viel mee. Bij klim naar boven kom je op een balustrade uit rondom de koepel, vanwaar je een schitterend
zicht hebt op de beschilderingen. Het dak van de koepel bestaat uit twee schalen, waartussen je naar boven
klimt. Steile smalle trappen en nauwe gangen, waar het soms lastig passeren is. Vanaf de top heb je een
fenomenaal uitzicht over de stad. Overal rode daken, mooie bekende gebouwen, lange brede straten in de groene
Toscaanse heuvels. Vervolgens een paar keer door het stadscentrum gelopen en diverse interessante gebouwen
bekeken: Duomo, Battistero di San Giovanni met de gouden deuren, Palazzo Vecchio met het David beeld aan
het Piazza della Signoria, Galleria degli Uffizi langs Piazzale degli Uffizi, Ponte Vecchio (goudsmeden,
juweliers), San Lorenzo, Capelle Medicee, Palazzo Pitti, Piazzale Michelangelo. In Florence ook kaartjes
voor het thuisfront gekocht, geschreven en op de post gedaan (thuis, opa, oma, Gerrit en Femke). IJsje
gegeten en aan de middag pizza met cola en tiramisu na op het terras. Erg lekker! Daarna terug naar het
station gelopen (nog een ijsje), waar ik de trein van 20:22 uur heb genomen. Om 20:52 uur was ik weer in
San Ellero, waarna ik naar de auto ben gelopen en naar Villa Pitiana ben gereden. Hier heb ik even gebruik
gemaakt van internet om snel even de mailtjes te checken en een berichtje op Facebook te plaatsen. Al met al
was het een erg mooie dag met supermooi weer (veel zon, later wat bewolking, 27-33 graden). Trouwens is het
ideaal om dit met de trein te doen. Relaxed en goedkoop!
|

|
Vandaag heb ik een bezoekje gebracht aan de middeleeuwse stadjes San Gimignano en Volterra. Via
binnendoorweggetjes van de streek Chianti ben ik SG gereden, maar dit duurde al met al toch langer dan
gedacht. Onderweg wel prachtige uitzichten op wijngaarden en velden met olijfbomen. Mooie heuvels. In SG via
de hoofdstraat naar het centrum gelopen. Hier een kaartje gekocht voor de Torre Grossa. Na een klim naar boven
heb je een erg mooi uitzicht over het stadje en de weidse omgeving. Prachtig! Leuke smalle straatjes, mooie
doorkijkjes en pittoreske winkeltjes met aardewerk en porselein. Mooie stadspoorten. Hier een schepijsje
gekocht, maar dat was zo lekker (en het was zo warm) dat ik mezelf op nog een ijsje heb getrakteerd. Blijkbaar
zitten hier een paar prijswinnende ijsmakers. En volledig terecht, wat smaakt dit goed! Daarna naar Volterra
gereden. Dit is ook een leuk plaatsje, maar valt eigenlijk in het niet bij SG. Een mooi amfitheater net buiten
de stadsmuur. Het kerkje heeft diverse zaaltjes, wat het best speciaal maakt. Verder een aardig plein, smalle
straatjes, een eenvoudige doopkapel en een archeologisch park. Op de terugweg in de buurt van Poggibonsi
boodschappen gedaan en getankt. Om 19:45 uur was ik weer terug in Donnini. Snel nog even wat eten
klaargemaakt: macaroni, groentesoep en merguez-worstjes. Daarna tijd voor Pringles, cola, koekjes.
Ondertussen alvast de boel een beetje opruimen. Nog niet in de auto gepakt, omdat het al zo laat was.
|

|
Vanochtend uit het huisje in Donnini vertrokken. Eerst m’n spullen in de auto gepakt, dus pas rond half 10 weg.
Eerst richting Tosi over een leuk smal weggetje door een mooi bos. In Arezzo even een tussenstop gemaakt. Hier
een rondje gelopen door de stad. Bij de verschillende kerken, pleinen en het fort was niet al te veel te zien.
Veel gebouwen waren gesloten. In een steil en gezellig winkelstraatje heb ik even ijsje gehaald – die smaakte
erg goed, was een combi van peer/meloen en mascarpone. Veel lekker ijs voor €2. Vervolgens doorgereden naar
Cortona. Via haarspeldbochten hier naar boven gereden, echter ben ik per ongeluk een verkeerde weg ingeslagen.
Onderweg wel heel mooie uitzichten. Vanwege het verkeerd rijden moest ik wat meer omrijden dan ik eigenlijk
van plan was. Vanuit Umbertide kwam ik via binnendoorweggetjes niet veel later aan op de camping in Monte del
Lago. Het is een leuke camping op een heuvel. Mijn bungalow staat ergens tussen de olijfbomen op een van de
bovenste plateaus. Van daaruit had ik dus een mooi uitzicht op Lago Trasimeno. Op deze avond voor het eerst
echt lang buiten gezeten, terwijl aan de overkant van het meer langzaam de lampjes werden ontstoken toen het
(al vroeg) donker werd. Mooi! Op het menu staan gebakken aardappeltjes met appelmoes en een hamburger. Gasstel
deed het niet goed en de brander kreeg ik nauwelijks aan de praat (het gas blies de vlam van de aansteker
uit!). De pannetjes bleken ook niet echt geschikt om in te bakken – blijkbaar alleen kookpannetjes. Dus ook
dat ging niet helemaal vlekkeloos. Na het eten nog even naar het meer geweest om daar even over het strand en
grasveld te lopen. ’s Avonds cola en stokbrood met brie. Rond 23u toch redelijk op tijd naar bed.
|

|
Vandaag weer een fijne rustdag. Eerst lekker uitslapen, daarna douchen en ontbijten. Weer wat kleding was en de
Quest lezen. Verder een beetje eten en drinken en beetje in de zon ziitten (te warm). Avondeten was macaroni,
hamburger en soep. Avond chocolademelk. Verder niksen. Eind van de middag bewolkt, rommelt wat in de lucht.
Begin van de avond een lichte onweersbui. Daarna weer een heldere sterrenhemel. Redelijk op tijd naar bed.
Vandaag veel zon, schat zo’n 33-35 graden. Kaartje aan Femke vandaag aangekomen.
|
Vanochtend redelijk op tijd wakker. Rond 9:15 uur vertrokken richting Perugia. Daar even rondgekeken. Wel
leuk, maar niet echt interessant. Daarna door naar Assisi. Bedevaartsoord waar ik vroeger schijnbaar wel eens
ben geweest, maar ik kan me daar niks meer van herinneren. Ook niet toen ik door de stad liep. Het is een
leuke stad met veel oude gebouwen (kerken, stadsmuur/poorten, etc.) Bij binnenkomst (de weg naar Assisi toe)
een erg mooi uitzicht op de stad. Via smalle en steile straatjes loop je door de stad. Veel leuke doorkijkjes
en fleurige bloemen. Een pittoreske stad. In het centrum even een ijsje gegeten (€3, weinig smaakvol).
Basilico di San Fransesco is erg mooi! Twee kerken op elkaar. Mooie fresco’s in de kerk. In de crypte staat
een stenen urn met daarin de beenderen van San Fransesco. Erg toeristisch allemaal. Op terugweg voor de
verandering weer een ijsje gehaald (ook €3, maar lekkerder!). Ruime parkeergarage met roltrap naar boven toe,
wel duur met €6,40. Via Monte Subasio weer terug naar Perugia. Daar weg S220 naar Pietraia. Onderweg nog even
goedkoop getankt. Terug naar de camping, eten klaargemaakt (gebakken aardappeltjes, appelmoes, hamburger en
champignonsoep). Even in het dorpje Monte del Lago gekeken, maar dat stelt echt drie keer niks voor. Deels
mijn spullen opgeruimd in de auto. De pannetjes waren echt op, dus die maar weggegooid. De ramen van de auto
even gewassen voor goed zicht gedurende de komende dagen. ’s Avonds koekjes, Pringles, stokbrood met brie en
cola. Alvast de route bepaald voor morgen, dan is het weer tijd om noordwaarts richting Venetië te gaan.
|

|
Vanochtend had ik me een beetje verslapen, dus pas rond 9:45 uur vertrokken uit Monte del Lago. Via de E45 naar
het noorden, via Sansepolcro, Cesena, Ravenna en Chióggia naar Mestre. Mestre ligt vlakbij Venetië. Hier even
wat boodschappen gedaan en getankt, om vervolgens een hotel te zoeken. Die had ik gelukkig al snel gevonden.
Hier even geïnformeerd hoe ik het beste naar Venetië kon gaan. Liever niet met de auto namelijk. Voor het
hotel was een bushalte die rechtstreeks naar het busstation in Venetië gaat, dus dat was ideaal. Bij de
Tabacchi voor een paar euro een buskaartje gekocht. Rond een uur of 18 de bus genomen. Na een tochtje van
zo’n 10-15 minuten met de bus kwam ik in Venetië aan. Daar via de smalle straatjes naar de beroemde Rialto
brug en het San Marcoplein. Overal smalle straatje en kleine winkeltjes met de typische maskers en andere
snuisterijtjes. Na een paar uur in deze leuke pittoreske stad en een stuk pizza ben ik weer terug gegaan naar
het busstation. Het was even zoeken daar, maar volgens mij had ik de juiste bus te pakken. Die bus vertrok in
ieder geval om de goede tijd. Ik kreeg onderweg het vermoeden dat ik misschien toch in de verkeerde bus zou
zitten. Deze zou naar Scorze’ gaan, maar dat stond ook op het bordje bij de bushalte bij het hotel. Al met
al maar blijven zitten en hopen dat ik in Scorze’ een bus kon vinden voor de weg terug. Echter bleek dit de
laatste bus te zijn! Stond ik daar op een verlaten parkeerterrein in een dorpje ver van Mestre en het hotel.
Geprobeerd te regelen dat ze me vanuit het hotel kwamen ophalen, maar dat kon blijkbaar niet. Een taxi
bestellen zou extreem duur zijn, dus dat ging hem ook niet worden. Dan maar terug lopen. Niet wetend hoe ver
het zou zijn, behalve dat het niet dichtbij was. Al met al was het een wandeling van 15 km. Waar ik eigenlijk
al op tijd naar bed wilde, moest ik nu 2,5 uur lopen en was ik pas rond half 1 ’s nachts terug in het hotel,
met zere voeten. Gelukkig had ik nog wat water bij me, want het was nog best warm buiten.
|

|
Uit Mestre vertrokken. Eerst nog even een blaar doorgeprikt van afgelopen avond. Via Pordenone noordwaarts
gereden, om daar eerst over de smalle Passo Rest (1052m) te rijden. Veel haarspeldbochten! Via Tolmezza naar
de Plöckenpass (Passo di Monte Croce Carnico, grens Italië en Oostenrijk, 1357m) en vlak daarna over de
Iselsbergpass (1209m). Via Oberdrauburg, Winklern naar de GroBglockner HogalpenstraBe met onder andere de
Hochtor (2504m) en de Kaiser-Franz-Josefs-Höhe (2369m). Deze route is erg mooi (kost wel even €32), een brede
weg met veel haarspeldbochten en zo’n 40 km lang. Rustig en mooi asfalt. Via een zijweg naar het mooie
uitzichtpunt van de KFJH. Zeker een aanrader, want je hebt een fantastisch uitzicht op de GroBglockner en de
gletsjer. Mooi! Het weer veranderde van zo’n 34 graden naar 22 graden, met in Oostenrijk af en toe een bui
(soms heel donkere lucht). Doorgereden naar Bruck, vlakbij Zell am See. Hier een hotel gevonden. In Zell am
See een eetgelegenheid gezocht om daar een lekkere pizza te nuttigen. Inmiddels ruim 6000 km gereden in ruim
100 uur. In het hotel nog even naar de EK-finale gekeken en alvast de route uitgestippeld voor morgen. Daarna
op tijd naar bed, want afgelopen nacht maar weinig slaap gehad. http://goo.gl/maps/MtF9
|

|
Vannacht heerlijk geslapen. Na het douchen een prima ontbijt genuttigd in het hotel. Even na 9:00 uur
vertrokken. Via Mittersill zuidwaarts gereden. Voor de Felbertauerntunnel moet je wat tol betalen. Voordat ik
aan de bergpassen begon heb ik alvast even getankt in Huben. Vervolgens de weg genomen naar de Staller Sattel
(Passo Stalle, 2052m). Hier wordt je in groepjes doorgelaten, omdat een deel van de bergpas te smal is om
elkaar te passeren. In deze richting wordt je elk uur doorgelaten van :00 tot :15. Dan heb je een kwartier de
tijd (tot :30) om beneden te komen, want van :30 tot :45 wordt de groep auto’s in het dal doorgelaten, welke
dan weer tot :00 de tijd hebben om naar boven te gaan. Vanuit Oostenrijk rijdt je hier Italië binnen. Omdat
de weg zo smal is, is inhalen niet te doen, dus het was een saaie afdaling in colonne. Via Brunico (Bruneck)
zuidwaarts. Via de Passo di Valparola (Valparolapass, 2192m) naar boven. Mooie uitzichten. Op een splitsing
via de Passo Falzarego (Falzaregopass, 2105m) naar beneden. Vervolgens naar Arabba en door naar de supermooie
Passo Pordoi (Pordoijoch, 2239m) en Passo di Sella (Sellajoch, 2240m). Hier even van het schitterende uitzicht
genoten. Via weg 242 en weg 12 naar Brixen (Bressanone), naar Sterzing (Vipiteno). Via weg 44 naar de mooie
Jaufenpass (Passo di Monte Giovo, 2094m). In Sankt Leonhard in Passeier heb ik een pension opgezocht waar je
voor een erg nette prijs een prima kamer, incl. ontbijt de volgende ochtend hebt. Ik had nog wel verder willen
rijden, maar het laatste deel was erg regenachtig en het zag er weinig hoopvol uit. Dus de Timmelsjoch maar
bewaard voor morgen. Even het stadje ingelopen en daar bij een hotel/restaurant/pizzeria een lekker
Wienerschnitzel met pommes frites en een grote cola gegeten. Heerlijk. Later op de avond de route
uitgestippeld voor morgen. Denk dat ik vandaag wel zo’n 200 haarspeldbochten heb gereden. Met de Abarth
is het enorm genieten op al die supermooie bergpassen! http://goo.gl/maps/8Mfw
|

|
Ook vannacht weer heerlijk geslapen en het ontbijt was dik in orde. Lekker rustig aan gedaan en iets voor 10
uur vertrokken. Eerst richting Oostenrijk om daar de Timmelsjoch (Passo del Rombo, 2509m) te beklimmen. Dit
is een heel gave bergpas! Ik ben wel over de grens met Italië en Oostenrijk gereden, maar niet langs het
tolpoortje (die zit verderop in Oostenrijk). Op de top even rondgekeken. Hier waaide het flink! Dus ik kon
gratis de pas over, omdat ik vervolgens via dezelfde weg weer naar beneden ben gereden. Mooie haarspeldbochten,
tunneltjes, etc. Via Italië naar Merano (Meran) gereden. Vanuit hier naar de beroemde Passo dello Stelvio
(Stilfserjoch, 2757m), de hoogste bergpas van deze vakantie. Alleen naar boven is het al 45 haarspeldbochten.
Veel scherpe bochten en heel steil omhoog. Lekker rustig, dus goed te doen! Onderweg schitterende uitzichten
en hier en daar nog best veel sneeuw. Wel deels zwaarbewolkt, dus dat was jammer. Na Bormio zuidwaarts over
de Passo di Gavia (2621m). Dit is een bergpas met veel smalle wegen en ook nog eens een slecht wegdek. Bij
de afdaling reed ik deels door de wolken/dichte mist. Er waren zelfs wolken die door de tunnels naar boven
trokken, dus ook daar heel goed uitkijken! Je zult maar een fietser zonder licht tegenkomen of achterop komen.
Via Aprica en Tirano naar Zwitserland gereden om hier over de Passo del Bernina (2330m) te gaan. Het was
inmiddels weer regenachtig en deze pas was niet echt bijzonder. Bij de afdaling kom je langs een mooie
gletsjer, maar vanwege het weer ben ik er niet gestopt om even te kijken. Doorgereden naar Sankt Moritz, om
vervolgens in Silvaplana te tanken (de benzine is in Zwitserland een stuk goedkoper dan in Italië, dus even
tactisch tanken). Daarna kwam ik nog over de Passo del Maloja (1815m), ook niet echt bijzonder, om vervolgens
in het Italiaanse Chiavenna aan te komen. Even ten noorden hiervan ligt San Giacomo Filippo waar ik voor €40
euro een overnachtingsplek vond (eigenlijk gericht op motorrijders, maar dat maakt natuurlijk niet uit). In
Chiavenna zelf even een pizza gegeten. Daar was een serveerster die geen Duits kan en nauwelijks Italiaans,
waarna ze vertelde dat ze uit Roemenië komt. Ze was behoorlijk vriendelijk en zat duidelijk een beetje te
flirten. Dat was wel komisch ;-) Verder heb ik een rustige avond gehad op m’n kamer in het hotel.
http://goo.gl/maps/OaYr
|

|
Weer lekker geslapen vannacht. Na een frisse douche zat ik rond 8:30 aan een prima ontbijt. Veel voor weinig.
Eerst richting Zwitserland gereden om hier de Passo dello Spluga (Splügenpass, 2114m) te rijden. Een leuke pas
met veel korte bochtjes. Daarna volgde de Passo del San Bernardino (San Bernardinopass, 2066m). Een erg mooie
pas, vooral de afdaling richting het zuiden. Toen richting Bellinzona, via Biasca over de Passo del San
Gottardo (Gotthardpass, 2108m). Hier heb je de tunnel en twee passen. Ik ben over de oude pas gegaan, welke
nog helemaal is ingelegd met kasseien. Wel goed berijdbaar. Onderweg kwam ik nog een Abarth 500 tegen en
bovenop de pas kwam er een oude postkoets aanrijden met paarden ervoor en mensen met klederdracht aan.
Eenmaal op de top begon het helaas weer te regenen. Blijkbaar heb ik niet zoveel geluk voor wat betreft het
weer in Zwitserland. Het regent bijna altijd als ik er ben. Via de mooie Passo della Furka (Furkapass, 2436m)
ben ik naar het Goms dal gereden waar het weer droog was. Via Brig, Visp, Leuk, Sion richting het westen.
Vanuit Saxon heb ik een combinatie van passen gereden: Col du Lein (1658m), Col du Tronc (1606m) en Col des
Planches (1411m). Eerst heel steil omhoog, vanwaar je een erg mooi uitzicht hebt op het dal. Helaas was het
zwaarbewolkt, dus de foto’s zijn niet zo’n succes. Het laatste deel van de klim ging de weg over in onverharde
weg. De rest van de cols waren ook smal en volledig onverhard. Goed uitkijken voor de gaten in de weg. Er
was bijna geen ruimte om elkaar te passeren, maar gelukkig was het rustig. Wel daar andere Nederlanders
tegengekomen. Je ziet ze ook overal! Toen ik weer beneden kwam in Sembrancher was de lucht heel erg donker
en vlak daarna, op de beklimming bij Orsières brak de wolk helemaal open. Echt een gigantische hoosbui,
onweer, lichtflitsen. Op verschillende momenten voelde je dat de auto naar aquaplaning neigde. Er stroomden
namelijk regelrechte modderrivieren over de weg. Uit voorzorg voor erger ben ik maar even een tijdje op een
parkeerplaats langs de weg gaan staan, want dit was eigenlijk gekkenwerk. Daarna volgende nog twee andere
supermooie cols, eerst kwam de Colle del Gran San Bernardo (Col du Grand Saint-Bernard, 2469m). Deze was nog
deels verregend. Wel een hele gave bergpas, met vooral op het Italiaanse deel mooi asfalt. Daarna naar Aosta,
waarna de Colle del Piccolo San Bernardo (Col du Petit Saint-Bernard, 2188m) volgde. Vandaag wel zo’n 200 à
300 haarspeldbochten gereden. Vandaag bijna een volle tank benzine verstookt, dus lekker bezig geweest op die
gigantische bergen. Na een lange afdaling kwam ik Bourg Saint-Maurice aan, waar ik een hotel probeerde te
vinden. Dit viel niet mee. De meeste hotels zaten allemaal vol en ik zag de spreekwoordelijke bui alweer
hangen. Uiteindelijk wel een knus hotel/herberg gevonden. Een Engelse vrouw runde deze tent, dus dat was ook
wel handig. Ze was in ieder geval erg gastvrij, wel een beetje chaotisch. Toen kwam ook een beetje de vraag
naar boven of ik nog een dagje zou blijven of dat ik morgen toch al (eerder dan gepland) naar huis zou gaan.
Omdat ik eigenlijk wel heb gezien wat ik wilde zien en het weer niet al te best was (temperatuur wel goed,
rond de 25 graden, maar te wisselvallig om echt leuke dingen te gaan doen), heb ik maar besloten om morgen
naar huis te gaan. Op de bergpassen was het maar zo’n 12-17 graden en soms regenachtig. Onderweg ook nog het
plekje gezien waar we een aantal jaren geleden de Tour de France hebben bekeken. Dit deel was niet echt steil,
hoger op de berg waren de wegen veel steiler. http://goo.gl/maps/c7GU
|

|
Vanochtend op tijd vertrokken (uurtje of 8), om vanuit Bourg-Saint-Maurice de Cormet de Roselend (1968m) te
rijden. Een leuke jeugdherinnering. Via de D925 kwam ik aan in Albertville. Hier nog even wat boodschappen
gedaan. Onder andere wat drank (wijn en bier) halen voor pa. Vanuit Albertville de snelweg genomen, via
Chambery naar Lyon. Vervolgens over de Autoroute du Soleil noordwaarts gereden. Alles ging heel voorspoedig.
Flink doorgereden. Omdat het weer pas later in de middag beter werd, heb ik toen nog een paar keer gestopt om
uit te rusten en wat te eten en drinken. Via Luxemburg gereden om daar nog even goedkoop te kunnen tanken.
Hier was het wel even flink druk. Daarna snel weer onderweg via België, waarna ik om 18:15 uur weer in NL
aankwam. In Maastricht de McDrive van de McDonalds opgezocht en daar even een bak patat, McKroket en een
milkshake naar binnen kon werken. Dat ging er wel in. Daarna aan een stuk doorgereden naar huis. Dat ging
allemaal prima. Om klokslag 21:00 uur en na 8500 km kwam ik weer thuis aan, waar m’n pa en ma me al op
stonden te wachten. Al met al een super vakantie gehad. Heel anders dan de afgelopen jaren, maar zeker
net zo leuk.
|

|
|
|